vrijdag 12 oktober 2012

"Is een Groene een Kapitalist?", vraagt de Anarchist.

Ik krijg dat al jaren over mij heen. En ik geef al jaren een uitleg. En die gaat ongeveer als volgt. De ecologische ideologie vertrekt niet van het humanisme maar van het ecocentrisme. Zowel het kapitalisme als het ‘communisme’ (socialisme, etc.) stellen de mens centraal. Beide zijn ook ontstaan in de 19de , begin 20ste eeuw en zijn ingebed in het historisch materialisme. Het zijn de materiĆ«le omstandigheden, inclusief de cultuurgoederen, die ons tot mens maken. En bovendien is in die tijd ook de arbeidsethos ontstaan, en daarmee de belangrijkste invulling van de (sociale) identiteit van mensen. Of het nu om een staatseconomie gaat , die centralistisch is, of over de neoliberale vrije marktwerking, die centralistisch omdat ze de 1% heeft gecreĆ«erd, beide hebben in hun grondslagen twee dingen niet meegenomen: 1. het irrationele van de mens als individu en als soort 2. de beperkingen die onze planeet ons voorschoteld De strijd tussen kapitalisme en communisme is eigenlijk een strijd tussen ‘hebbenden’ en niet ‘hebbenden’ en gaat over een materialistisch herverdelingsvraagstuk. We zijn ondertussen begonnen aan de 21ste eeuw. In de loop van de 20ste eeuw, en met name na de tweede wereldoorlog (die ons geloof in de mensheid en menselijkheid danig heeft geschonden), ontstond een beweging die de mens en de emancipatie via ‘hebben’ niet langer centraal stelde. Meer nog, die beweging had oog voor de emotionele, irrationele, spelende mens. En die beweging pleitte voor decentralisatie van zowat alles. Maar pleitte ook voor herverdeling via de overheid, en dus voldoende overheid. Meer nog, de vraag was om de gemeenschappelijke goederen (en ook gemeenschappelijke diensten) onder gemeenschappelijk bestuur te plaatsen, maar ook zeer veel ruimte te laten aan privaat initiatief. En het doel was niet langer een economische finaliteit, die ook Marx inschrijft, maar een sociale finaliteit. Er was een ommekeer in middel doel verhouding. De creatie en het al dan niet herverdelen van economische middelen was niet langer het doel, maar een middel om ieder tot zijn of haar recht te laten komen. En emanciperen was niet een kwestie van herverdelen van hebben maar van ‘zijn’. De niet hebbenden , zij die zich uitgesloten weten, hebben weinig boodschap aan minder hebben en meer zijn. Het willen ‘afpakken van de kapitalisten’ is vaak een negatieve wraakoefening. Erg begrijpelijk als een systeem jou keer op keer uitsluit. Of als je worstelt met de ‘pijn van het niet zijn’. Groen, de groene partij vandaag, is in haar politieke praktijk erg voorzichtig, te voorzichtig naar mijn smaak. De groene ideologie staat voor een mengeling van ‘etatisme’ (een links begrip) en ‘marktwerking’ (een rechts begrip) waarbij niet zozeer gekeken wordt wie nu over de productiemiddelen beschikt, maar waartoe ze gebruikt worden. En waar de onstane meerwaarde voor wordt gebruikt. Een groene economie is geen centraal gestuurde planeconomie. Maar een groene economie is ook niet een gedereguleerde markt met onbeschermde consumenten en op winstmaximalisatie gerichte bedrijven. Een groene economie vergoedt het kapitaal op billijke wijze, maar het is ‘slow money’, vergoedt arbeid op billijke wijze, maar voor werk op mensenmaat, en vergoedt de aarde op billijke wijze, door trager te produceren, trager te consumeren, te dematerialiseren waar kan en kringlopen te sluiten. Maar vooral de menselijke arbeid als maatstaf te nemen voor het ritme van het leven, en niet langer het ritme te volgen van de motor van de economie die door fossiele brandstof aangedreven, ons allemaal op een veel te snel draaiende mallemolen heeft gezet waar steeds meer mensen vanaf worden gezwierd of er veilig vanaf proberen te komen…