dinsdag 14 augustus 2012

Lokale Economische Veerkracht

Transitie is niet langer een gemeenplaats, maar een redelijk specifiek ingevuld begrip dat o.a.geclaimd wordt door de Transitiebeweging van Rob Hopkins. Volgens die beweging is lokale economische veerkracht deel van het antwoord op de huidige crisissen, en een derde weg tussen 'financiële strengheid en begrotingsdiscipline' enerzijds en 'groei als noodzaak en wetmatigheid' anderzijds. Om lokale economische veerkracht te bereiken, moeten alle (toekomstige) economische activiteiten beantwoorden aan enkele kenmerken: ondernemen maakt deel uit van en versterkt een veerkrachtige samenleving, de onderneming en de samenleving is onafhankelijk van fossiele energie en zal weinig CO2 uitstoten. Het accent qua arbeid ligt op leren van vaardigheden en levenslang en levensbreed leren. Er is een lokale financiële verankering door het stimuleren van investeren in lokale productiemiddelen en we moeten lokale consumptie stimuleren. Lokale munten worden ingezet om de cash 'lekken' te dichten. En het geheel is democratisch georganiseerd, zowel op het niveau van de onderneming als van de samenleving. Verder is ook afstand belangrijk: zware goederen en materialen moeten lokaal gevonden worden, alleen 'lichte' dingen kunnen van verder komen, dus ideeën en het niet materiële globaliseren en materie lokaliseren. Tot dan de inleiding. En hoe zit dat dan met mijn ondernemerschap? En met De Natuurfrituur? Ik neem even De Natuurfrituur onder de loep. De Natuurfrituur is een coöperatieve met ongeveer 40 coöperanten tot nu toe, allemaal burgers die zich financieel engageren door 'slow money' tegen een beperkte vergoeding ter beschikking te stellen van het project. Er is dus lokale financiële verankering. De Natuurfrituur heeft als doel tewerkstelling te creëren voor specifieke doelgroepen, wat wijst op een versterking van de lokale samenleving, in termen van lokale koopkracht voor de medewerkers en meerwaardecreatie voor de klanten. De Natuurfrituur heeft zowel particulieren, overheden, organisaties als bedrijven als klant. Dat betekent dat we doorheen de verschillende maatschappelijke niveau's aanwezig zijn. Er is echter een bijzondere taak voor de overheid weggelegd, zowel in haar voorbeeldfunctie (duurzaam aankopen) als in het subsidiëren van initiatieven die sociale meerwaarde creëren die niet verrekend kan worden in de verkoopprijs. Het democratisch gehalte van De Natuurfrituur is statutair verankerd, maar de uitwerking ervan kan beter. Er is tot op heden te weinig actieve participatie. Ook het 'local resourcen' kan beter. De bedoeling is op termijn frietjes te kopen waarvan we de hele keten hebben kunnen volgen, en bijgevolg weten hoeveel km die hebben afgelegd, dat geldt ook voor de olie. Eigenlijk kunnen we dit doen voor elk product dat we inkopen, maar omdat olie en frietjes het meest relevant zijn in termen van volumes en geld, concentreren we ons daarop. Ook energie onafhankelijkheid kan beter. De stroom die we gebruiken komt weliswaar van Ecopower, maar we zitten nog altijd op een centraal, en niet erg stabiel, netwerk. Ook het sluiten van de kringloop willen we uittesten. Kunnen we op een legale en milieutechnisch juiste manier de olie omzetten in stroom? Omdat we een mobiele cateraar zijn, blijft de vraag hoe we ooit van fossiele brandstof afkomen voor de voertuigen. En binnen welke straal is het nog duurzaam mobiele catering aan te bieden? Daar tegenover staat dat het businessmodel en de werkwijze wel verspreid kunnen worden. Zo ontstaat een centraal merk, dat met lokale grondstoffen lokale variaties zal vertonen. Glocalisation, heet zoiets. Als sociaal economie bedrijf ligt het accent heel erg op opleiding en begeleiding, op inzetten van talenten maar ook respecteren van beperkingen. Kortom van ondernemen en werken op mensenmaat. En wie betaalt de rekening? Wij, met z'n allen! Want als we het niet anders gaan doen, en ook nog eens de juiste prijs aan de kassa willen betalen, krijgen we de rekening in het veelvoud gepresenteerd via belastingen, sociale zekerheid, maatschappelijke kosten, hulpverlening en nog veel meer. Waarom is het dan zo moeilijk om voldoende kapitaal en subsidies te verkrijgen? Omdat het over horeca gaat? Omdat er niet genoeg prestige in zit? Omdat er geen speculatieve megawinsten voorspeld worden? Omdat de mindshift nog niet heeft plaats gevonden? Wacht dus niet af tot één of andere 'onzichtbare' hand de economie op orde zal brengen. Maar begin er zelf aan. Door te investeren in een coöperatieve, en niet uit te gaan van 'potential gain' maar van 'affordable loss'. Stop voor één keer geen geld in (overbodige) consumptie maar breng het naar de reële economie aan de kant van de productiemiddelen. Lees alvast Paul Krugman's nieuwe boek,neem er Galbraith bij. Of lees over de neoliberarele utopie in het boek van Hans Achterhuis. Je moet het van mij niet aannemen...