dinsdag 21 februari 2012

Er is een uitweg en die maak je ook zelf!

Er is geen uitweg, er is geen hoop! Dat stond er te lezen naar aanleiding van de toekenning van een noodlening aan de Grieken. Volgens mij, en misschien nog een handvol mensen, is er wel een uitweg voor de Grieken. Let wel, dat is niet hetzelfde als de Griekse staat!

Even een breder kader schetsen. Dat mag ook eens, naast alle emotie en anekdotiek. Griekenland heeft als staat gekozen om vooral consumptie te stimuleren om GDP te laten groeien. Dat hebben ze gedaan met geleend geld. Dat heet ‘monetariseren’. Dat geleend geld heeft o.a. gediend om massaal veel overheidsjobs te betalen. Dat zijn ‘kosten’ en het resultaat is dat er geen ‘economische meerwaarde’ ontstaat.
De Grieken zijn zelf amper eigenaar van hun productiemiddelen, er zijn ook te weinig productiemiddelen en de productiemiddelen zitten heel erg geconcentreerd bij enkele families/ondernemingen. Er is, volgens de eigen wetmatigheden, in Griekenland geen marktwerking mogelijk (voor productiemiddelen)!

De Griekse Jan Modaal werkt veelal voor een overheid die omwille van haar voortdurend tekort aan inkomen (door zowel te weinig belastingen te innen maar ook vanwege een tekort aan economische meerwaarde om belastingen op te heffen) dit alles betaalde met leningen. Leningen zijn een voorafname van een toekomstig inkomen. Als dat toekomstig inkomen eerder daalt dan stijgt, dan ga je failliet. Als staat, wel te verstaan. Dat betekent: uw overheidsapparaat gaat failliet, en daarmee de organisatie van uw samenleving. Maar daarmee is de bevolking niet ‘failliet’. Alleen zijn ze zich daar niet eens van bewust. Niet in het minst door het ontbreken van ondernemerschap en het gebrek aan toegang tot productiemiddelen voor KMO ondernemers.

Tot zover de Griekse staat. En wat met de Grieken? En in het verlengde daarvan: wat men ons?  Als de Grieken zelf niet failliet zijn, wat staat er hen te doen om te komen tot een leefbare dagelijkse werkelijkheid waarin ze nog kunnen consumeren?

Het eerste wat hen te doen staat is zelf produceren! En dus voorzien in eigen productiemiddelen. In de keuze van wat ze produceren, moeten ze eerst kijken naar de nabije afzetmarkten. In de keuze hoe ze produceren moeten ze inzetten op menselijke arbeid en niet op grote machineparken en aardolie. In de keuze van financiering en dus betaling van lonen, moeten ze ervoor kiezen hun (laatste) centen maar vooral hun bestaande productiemiddelen (materieel, materiaal) onder te brengen in coöperaties. En in tweede instantie moeten ze ook zelf lokaal en duurzaam consumeren. Dus juist meer betalen voor ambachtelijke kwaliteit, het aantal koopmomenten verminderen, veel behoeften niet monetair invullen en vooral de tijd nemen om dit alles te doen. Wat dat kunnen de Grieken wel, tijd nemen om iets te doen. Het is hun duurste goed. En omdat hun werktijd niet langer degelijk vergoed wordt, kunnen ze maar beter hun tijd steken in produceren van echte meerwaarde, iets waarmee ook een overheid wordt gefinancierd via belastingen op die meerwaarde, en het duurzaam consumeren van die meerwaarde.

En dat alles kan gewoon in euro’s. Vandaag al. Onder de Griekse zon, dichtbij de blauwe zee of in een olijfboomgaard of ergens in een volkstuin in de stad. Stedelingen, trek naar de oma’s op het platteland en leer terug produceren, niet alleen in voeding maar ook vele andere ambachten…

En ja, bovenstaande geldt dus ook voor als allemaal…

maandag 20 februari 2012

Wat is werk? En wat is loon?

Loon naar werken, is een oud gezegde. Maar zowel loon- als verworven recht van de werkenden-, en  werk –ook als plicht voor de niet werkenden – is dringend aan nieuwe definities en nieuwe verhoudingen toe…

Loon(kost) staat in verhouding tot de meerwaarde die ontstaat én gecapteerd kan worden. Daarnaast worden mensen betaald om 'taken van algemeen nut of algemeen belang uit te voeren', en die lonen leveren dus geen economische waarde. Je zou ze kunnen beschouwen als 'overhead' kosten. Maar ze zijn wel noodzakelijk voor de organisatie van onze samenleving. Nu is het zo dat de meeste loontrekkenden, los van sectoren of statuten, niet weten hoe of in welke mate ze hun eigen loonkost 'terug verdienen', m.a.w. wat de relatie is tussen kost en opbrengst van hun arbeid. In het geval van 'non profit' jobs zou dat de relatie tussen kost en 'sociale, maatschappelijke' opbrengt/resultaat/impact moeten zijn.

In die zin vind ik 'loon' geen overvreemdbaar recht (omdat we het hebben, moeten we het behouden) en niet zozeer een vergoeding voor louter tijd, maar eerder een  “juiste” vergoeding voor het gepresteerde, zij het met een sociaal, ecologisch of economisch nut/meerwaarde en zonder te grote kost op de drie dimensies. En het is mogelijks ook een investering in de prestatie / resultaat dat nog gaat komen. Ik betaal overigens met plezier belastingen om voldoende lonen 'voor algemeen nut' te organiseren (hoeveel & hoe is een andere discussie).

Anderzijds is de basis waarop belastingen betaald (kunnen) worden steeds smaller terwijl er steeds meer ‘not for profit’ lonen betaald moeten worden, niet alleen via overheid maar ook via heel wat (gesubsidieerde) diensten en organisaties. Willen we dit als samenleving overeind houden, dan moeten we globaal meer belasten (en belastingen verschuiven) en/of not for profit  & overheid afbouwen. Nu pleit ik niet voor de afbouw van overheid of social profit. In tegendeel. Ik pleit voor meer transparantie in wat dit aan loonmassa kost en hoe dat eventueel anders kan.  Ik pleit hiermee ook op het voldoende innen van belastingen op ‘winsten’, zodat voor echte duurzame ondernemers meer ‘level playing field’ ontstaat.

Ik pleit ook voor meer vermarkting van 'not for profit' diensten, waarbij een gemengde financiering ontstaat, maar meer nog een meer match tussen vraag en aanbod. Ik pleit ook voor meer en betere meerwaardecreatie in het produceren van goederen en diensten, én het capteren  ervan. We moeten stoppen met concurreren op prijs en de burgers moeten meer willen betalen voor arbeid van hun nu arbeidloze buren. Want iedereen wil als werknemer een goed loon en dito koopkracht, maar als burger wil diezelfde mens niet veel betalen voor de ‘arbeid’ van anderen, laat staan voor de ecologische kost van productie en distributie. Een beetje incongruent is het wel…

Ik pleit voor meer lokale economische veerkracht waarbij burgers en lokale organisaties eigenaar zijn van de productiemiddelen. Ik wil het kapitaal verleiden zich anders te gedragen en af te stappen van een ROI die alleen door speculatie of uitbuiting kan onststaan. Maar ik pleit vooral voor een nieuw besef van de arbeid en de loonkost die in goederen en diensten zit, en dat dit in de prijs gereflecteerd mag worden. Want altijd  blijft er een relatie bestaan tussen loonkost en wie uiteindelijk waarvoor betaalt...