woensdag 21 maart 2012

Over geld… nog een keer

Een Facebookfriend meldt vandaag dat er binnenkort een Iers referendum komt over het Soberheidsverdrag, maar niet over het ESM-verdrag ( het monetair fonds dat de euro moet ondersteunen) hoewel beide gekoppeld zijn. Een land dat het Soberheidsverdrag niet tekent kan immers geen geld trekken uit ESM. En de vraag die daaruit volgt is ‘welk geld zit er in dat Europees fonds? Het fonds bestaat uit zowel kapitaal als waarborgen en elk land van de Unie wordt verplicht daaraan bij te dragen. Maar met welk geld komen de landen hun verplichtingen na?

Zowel voor de waarborgen als (hopelijk) in mindere mate gaat het hier niet over geld waar nu waarde tegenover staat, en dus ‘verworven’ is, maar geld dat ontstaat uit de toekomstige (meer)waarde en/of een toekomstig terug betaalde schuld. Het is dus een macro-economische voortzetting van een economie gebaseerd op schuld, die de volgende generaties moeten betalen. Als dat op die manier niet zou gebeuren, en je zet alle geld af tegen een inventaris op een welbepaald moment van alle waarde in de reële economie, dan zou blijken dat we, ruw geschat, drie tot vier keer meer geld in omloop hebben dan de waarde die er werkelijk is. Dat heet 'monetariseren' van de economie om de consumptie gaande te houden om zodoende de groei aan de productiekant gaande te houden. Maar de echte kost van arbeid en grondstoffen worden niet betaald door consumptie. Die worden afgewenteld op het collectief of gefinancierd met schulden, dus verschoven naar de toekomst. Net zoals het beurskapitalisme steeds moet opschuiven naar nieuwe locaties of toekomstige tijd, doet het monetaire dat op haar beurt ook. Tot er geen terrein meer is om te hypothekeren en niemand nog gelooft dat er zoveel waarde in de toekomst ooit zal ontstaan, en al helemaal niet biinnen de termijn van de schuldpapieren. Er is niet één ‘crash’ maar een systeemcrisis die zich toont als een langzaam krakend, barstend , instortend huis. Kamer na kamer. En telkens loopt iedereen naar de volgende kamer, in de hoop dat die kamer niet instort . Zo wordt de illusie gaande gehouden…

Ook de consumptiekant heeft een grote verantwoordelijkheid in dit verhaal...Maar dat is voor een andere keer.

maandag 19 maart 2012

Kansarmoede op de werkvloer

De meest opvallende kansarmen leven in een abjecte armoede: daklozen, thuislozen, vluchtelingen, etc. Ook een deel van de zogenaamde generatiearmen vallen op door zowel uiterlijke tekenen van armoede als door hun gedrag. En alhoewel generatiearmen geassocieerd worden met de autochtone bevolking, moeten we vast stellen dat armoede steeds meer ‘gekleurd’ wordt.

Maar naast die bijna 19de eeuwse versie van armoede zijn er ‘moderne’ vormen van armoede die minder zichtbaar is, maar daarom niet minder schrijnend. En omdat de wereld ondertussen complexer is, draait het niet langer om materiële armoede of een tekort aan inkomen. We kunnen beter spreken over kansarmoede, met alle gelaagdheid die daar uit voortvloeit.

Aan de onderkant van de arbeidsmarkt vind je een kluwen van verschillende groepen ‘arme’ mensen, en verschillende dimensies van kansarmoede bij die mensen.  Zowel de generatiearmen, de nieuwkomers en migranten, de zogenaamde nieuwe kansarmen  drummen zich een weg naar werk, uitkering, interimarbeid, informele economie of erger… En dan is er nog het precariaat die net aan de andere kant van de kloof op de rand leeft!

Het zijn ook welbepaalde sectoren die te maken krijgen met die groepen kansarmen. Want horeca, bouw, logistiek, poetsdiensten en sommige teelten hebben nu eenmaal jobs die voldoende ‘generiek’ zijn om er een waaier van mensen in te werk te stellen. Anderzijds is het moeilijk om met de arbied veel meerwaarde te creëren, ook al zijn de lonen nog zo laag. En dat laatste is meteen ook het probleem, zowel om mensen te vinden als ze te houden.

Daarom is het goed om te bekijken hoe werkgevers beter kunnen omgaan met kanarmoede op de werkvloer. Zowel in de fase van werving, onthaal als retentie kunnen we nuttige tips geven hoe een werkgever in zijn beleid kan rekening houden met kansarmoede, met alle diversiteit van verschijningsvormen vandien. Meteen een oproep om diversiteitsplannen te ontwikkelen waarin dit geïntegreerd is, en niet ad hoc een beetje hulpverlener te spelen voor werknemers die het moeilijk hebben.

In de komende maanden gaan we werken aan een instrument ter introductie van zo’n beleid voor personeelsverantwoordelijken en KMO ondernemers….