dinsdag 24 januari 2012

Een beetje filosofie over politiek handelen…

De "Groenen' hebben wel degelijk fundamentele kritiek op de neoliberale, louter vrije markt gedreven economische organisatie. Maar erkennen ook dat die organisatievorm dominant is en wensen daarin verandering te brengen door middel van een 'pragmatisch idealisme'. Dat werkt in ieder geval meer verbredend dan het grote gelijk van mijn generatie, in de kroeg of ergens anders in de marge van grote maatschappelijke golven...
Het grote verschil tussen greenwashing van het neoliberare marktdenken, en dat bestaat zeker, en de groene ideologie is dat er een fundamenteel verschil is in de kijk op mens en organisatie van de wereld. Ecologisten, ook de nieuwe generatie pragmatici, erkennen de interafhankelijkheid van elkaar en van ecosytemen. Het eco-centrisme komt in de plaats van het soort humanisme dat de verlichting ons bracht: de mens tussen aarde en God, met de opdracht steeds meer mens te worden, weg van de lagere soort en richting het goddelijke, en daar al het lagere ongebreideld voor in te zetten. Eco-centrisme, daarintegen, benadert het eigen bestaan - en de middelen om dat bestaan vorm te geven- vanuit de waardering dat dit slechts mogelijk is in verhouding tot de interafhankelijkheid van elkaar en van ecosystemen en hun subs. Het gaat dus niet om het ontkennen van het recht op genot, of welke menselijke drijfveer of behoefte ook, maar om de mate waarin en de wijze waarop we uiteindelijk handelen en impact hebben op onszelf en anderen. En waarin anderen en alles rondom impact heeft op ons. Ecologie is wel degelijk een vorm van 'economisch' omgaan met de dingen, maar dan met een ander perspectief in tijd en ruimte. Wat de economische ruimte gemaakt heeft tot wat ze nu is, is het gebrek aan ideaal, ethiek, moraal, waarden en normen. Het utilitaire, materialistische heeft gewonnen van het mentale, het intellectuele... Maar dat verwijt ik niet zozeer individuen, wel de mens als soort. Uit de praktijk blijkt immers dat er niet zoveel mensen zijn die in denken en handelen verder komen dan het 'tastbare van valse zekerheden'. Kan je het 'plebs' verwijten dat het denkt en doet wat het denkt en doet? Ik denk het niet! We moeten juist respect hebben voor dat onvermogen, die vorm van culturele, intellectuele, politieke, ideologische of filosofische 'armoede' en pragmatisch werken. Tenzij iemand in naam van de 'diepe ecologie' vindt dat een verlichte dictatuur maar moet kunnen?
Het is een oud adagio: veranderen we het systeem van binnenuit of nemen we er afstand van, vaak richting een eigen Utopie.
Ondertussen ben ik inderdaad een pragmatica geworden, en werk ik aan verandering binnen de huidige werkelijkheid en ga er economisch, sociaal, politiek maar ook moreel mee aan de slag.
Economie, niet als synoniem van een ideologie maar als systeem waarbinnen transacties worden georganiseerd, is niet weg te denken uit het menselijk (en niet menselijk) handelen. En een groot deel van het intermenselijk verkeer verloopt via transacties waar waardebepaling een grote rol speelt en uitgedrukt wordt in één of andere munt. Ecologisch leven gaat in de praktijk over de middel-doel verhouding van dat handelen, de impact van menselijk handelen en de verhouding tot alle andere elementen in ecosystemen. Het gaat dus niet om één of andere vorm van verplichte ascese of boetedoening voor de menselijke schade die reeds werd aangericht. Dat zou een ontkenning zijn van menselijke drijfveren en bestaansredenen. Het gaat evenmin om een nieuwe versie van ongebreideld hedonisme, maar dan met groene aflaten. Het gaat om het bereiken van nieuwe verhoudingen, nieuwe waarden en nieuwe waardebepalingen en daarmee het herschrijven van zogenaamde wetmatigheden die er geen blijken te zijn. Het gaat over iets wat mensen niet goed kunnen: oude zekerheden in vraag stellen en overgaan tot een paradigma shift.
Economie en ecologie gaan heel goed samen. Ecologische economie heeft het dan ook niet over 'groei' maar hoogstens over 'ontwikkeling' . Dat laatste was op zich al een geo-politiek compromis ;-) En duurzaamheid herbergt de tijdsdimensie en de ruimtedimensie en de vraag de naar een nieuwe middel-doelverhouding. En verder is er naast ecologische duurzaamheid, ten nadele van economische groei, ook vraag naar sociale duurzaamheid. En dat heeft ook een prijskaartje! Terecht werd de definitie van Duurzame Ontwikkeling bijgestuurd in twee richtingen. Enerzijds werd aangegeven dat de ecologische condities beperkend zijn voor economische én sociale duurzaamheid, en sociale duurzaamheid beperkend is voor het economisch bedrijf. Anderzijds werd het begrip opgerokken tot een triple P bottom line vanuit het perspectief van het economisch bedrijf, en dus per definitie uitgehold, want het vertrekt wel degelijk van een humanistisch, utilitair and superieur perspectief. Dat is een behoorlijk pijnlijke spreidstand. Maar wel nuttig omdat de omstandigheden ervoor zullen zorgen dat we met zijn allen op het ene of het andere been zullen moeten staan. En uit pragmatisme kan ik maar beter dat ene been, waar ecologische economie deel van uit maakt, versterken. En dat doe ik binnen het systeem. Door te streven naar transitie, zowel in de anekdotische dimensie van de individuele verantwoordelijkheid als in de meer systematische dimensies. En dat biedt meer perspectieven dan in de 21ste eeuw een antagonisme organiseren tussen twee 19de eeuwse ideologieën, waarvan beide hebben aangetoond dat ze het element 'mens' niet hebben begrepen en waarop zowel de ene als de andere stuk loopt...

maandag 23 januari 2012

Huisje of huis? Wonen of speculeren?

Het was weer prijs! De Vlaming en zijn zekerheden. Zoals ik eerder schreef: er zal verlies zijn, dus verdeel dat verlies eerlijk in plaats van het af te wentelen op (nog) zwakkeren.  Dat geldt ook voor wonen.
Slechts 23% van de bevolking zit op de huurmarkt. Toch is de huurmarkt te krap. Daarvoor kan je alvast twee oorzaken aanduiden: te weinig sociale woningen en te weinig investeringen in private huurwoningen. De private investeringen in huurwoningen stimuleren is gevaarlijk, want je weet niet wat je als overheid koopt voor het geld dat je eraan besteed. Private investeerders laten zich niet graag controleren, ook niet door subsidiërende overheden. Dus blijft over: de sociale woningmaatschappijen. Maar die moeten ook kapitaal ophalen in de private (kapitaal)markt. En die private markt werkt liever niet met regelnichten en andere ambtenarenlogica. Dus komen er niet genoeg sociale woningen. Bovendien ervaart de burger de sociale woning nog te vaak als een mindere keuze, terwijl dat al lang niet meer zo hoeft te zijn.

Wat is de oplossing: nieuwe financieringsvormen vinden waarbij mensen zelf het heft in handen nemen in een solidair systeem. Er zijn op dit moment mensen die nadenken over het ontwikkelen van coöperatieve woonvormen waarbij je mede-eigenaar wordt van een bouw of koop/verbouwproject door deel te nemen aan het coöperatief kapitaal. Daar staat wel tegenover dat er een zekere densiteit van wonen is en dat jouw woning niet 'de allerindividueelste expressie van woonsmaak' kan zijn.

Maar met steeds minder grond, en de strijd omtrent de bestemming van de laatste stukken grond,  en een toenemende bevolking die steeds ‘dunner’ woont, kan je niet anders dan een compromis zoeken tussen densiteit en leefbaarheid. Zeker in Vlaanderen, dat eigenlijk gewoonweg één grote stad is, kleiner in oppervlakte dan L.A.

Maar niemand wil inleveren. En ook in de Zevende Dag was duidelijk dat SPA veel minder solidair is met de zwakste groepen dan Groen. Maar ook Groene kiezers willen niet inleveren. En dus kan de eerlijkheid van Mieke Vogels electoraal wellicht wat kosten. 

Ik wil wel inleveren, voor zover mijn draagkracht dat toelaat. En de vraag is dan, wil ik dit via meer of minder ‘staat’? Voor mezelf hoeft het niet meteen via een grondig herverdelend effect bij de overheveling van de bevoegdheid in 2014. Ik doe dat graag vrijwillig, voluntaristisch dus, en de overheid kan dit faciliteren door fiscale randvoorwaarden te creëren voor groene en rode middenklassers en vooral door te communiceren over hoe je ook op een duurzame manier kan investeren zonder overmatige risico’s. Zelfs missschien sommige risico’s afdekken… Maar zoveel voluntarisme is er natuurlijk niet, beste medeburgers, en dus is dat gebrek een uitnodiging om toch maar weer  te kiezen voor meer staat en een sterkere staat.

Niet direct de republiek Vlaanderen , maar eerder de Verenigde Staten van Europa, want dat is de onvermijdelijke schaalgrootte waarop het leven in een geglobaliseerde wereld vorm gegeven wordt zonder helemaal van diezelfde globalisering volledig af te hangen.

Maar terug naar onze achtertuin: wonen is een recht, en net voor ‘speciale doelgroepen’ moeten we daarop inzetten. Niet zomaar, opdat het onderscheid tussen werkenden en niet werkenden nog meer zou vervagen. Maar omdat ook wonen een belangrijke hefboom tot emancipatie weg uit de armoede kan zijn. En samen met een aanbod van goede woningen, er ook begeleiding moet komen zodat die investering ook aanleiding geeft tot betere deelname van mensen aan samenleving, arbeidsmarkt en burgerschap. En dus uiteindelijk investeren in wonen ook maatschappelijke kost helpt te reduceren…

Of hoe echt kiezen voor sociale en ecologische duurzaamheid ook wel economisch gezond is op het niveau van de oh zo belangrijke ‘natiestaat’.