maandag 13 oktober 2014

Horeca als sociale economie...

Toen ik vier jaar terug besloot om toch een project op te zetten in de horeca, kon ik niet vermoeden hoezeer De Natuurfrituur zou werken als een labo voor een toekomstige horeca, hoe klein onze schaal tot nu toe ook is! Vanaf de eerste dag dat het project op mijn bureau belandde, zag ik zowel het potentieel maar ook de belangrijkste valkuil van het project: de creatie van jobs, op een voor de medewerkers werkbare manier, maar met een loonkost die in verhouding staat tot de rendabiliteit van de arbeid en daarmee de verkoopbaarheid aan het publiek. Iedereen wil een goed loon, een loon naar werken! Maar van zodra diezelfde werknemers consument worden, daalt de bereidheid om te betalen voor de arbeid van medeburgers , verrekend in producten en diensten, dramatisch. Dat is natuurlijk behoorlijk hypocriet. Dus heb ik gewerkt aan twee variabelen: de betalingsbereidheid van de klant verhogen én de loonkost terug brengen in combinatie met minder werkdruk. Dat laatste is de praktische definitie van sociale economie zoals bedoeld in het maatwerkdecreet: de VDAB geeft personen met een afstand tot de arbeidsmarkt een rugzakje met korting op de loonkost net omdat 'rendabele' arbeid aan een volledige loonkost niet mogelijk is. Tussendoor wil ik wel meegeven dat de horeca vooral moet werken aan betalingsbereidheid naar klanten, werken aan 'employer branding' naar werknemers en werken aan een algemene opwaardering van de (sociale) prestige van en binnen de sector. De horeca is niet de vuilbak van de arbeidsmarkt, maar een sector die bij uitstek diverse groepen jobs kan aanbieden die niet delokaliseerbaar zijn. Beste sector, haal eens een echte marketeer in huis! Maar nu terug naar de mensen, de relatie tussen het loon van de mensen achter de toog en de betaling ervan door de mensen voor de toog, direct en indirect. We moeten eerst durven een aantal vaststellingen doen. Ten eerste, een aantal mensen kan niet terecht op de bestaande arbeidsmarkt en zullen daar nooit terecht kunnen. Er is immers een grens aan het 'upgraden' van mensen. Ten tweede kijken heel veel mensen neer op de horeca, terwijl ze er vaak genoeg gebruik van maken. Iedereen eet graag frietjes van de frituur, maar vinden friturist nu niet meteen een eervol beroep. Mijn klanten snappen niet waarom een intellectueel graag bio frietjes serveert. Ten derde zijn er binnen de horeca heel veel taken die nu uitgevoerd worden door overgevraagde medewerkers, terwijl die beter uitbesteed worden aan mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt . Het zijn vaak taken die als 'niet rendabel, niet te verrekenen' worden gemarkeerd. Ten vierde moet de sector wit worden, niet alleen voor de schoon ogen van de fiscus ( John Crombez heeft echt schone ogen) maar vooral om als sector te kunnen ontwikkelen, innoveren en investeren. De sociale economie zoals wij die nu kennen bestaat uit een conglomeraat van vzw's die mits enveloppe financiering 'handjes' verzamelen om er dan 'werk' voor te zoeken. De economische finaliteit was er vaak zoek. De rendabiliteit ook. Het maatwerkdecreet, dat er gekomen is na een veroordeling door Europa, gaat niet uit van de financiering van structuren via enveloppen , maar van de financiering van de verminderde arbeidsrendabiliteit van mensen. Dat zegt natuurlijk niets over de waarde of waardigheid van mensen, alleen iets over de vermarktbaarheid van hun arbeid. Dat betekent dat vanaf 2015, meer dan twee jaar na het stemmen van de wet, er eindelijk uitvoeringsbesluiten komen die mogelijk maken voor elke ondernemer, klein en groot en dus ook horeca ondernemers, om mensen aan te werven die zo'n 'rugzakje van arbeidsmarktmaatregelen' hebben meegekregen of -nog belangrijker voor de horeca- zo'n rugzakje zouden moeten krijgen. Concreet betekent dit dat we actief moeten zoeken naar mensen die voor zo'n rugzakje in aanmerking komen om hen jobs te geven in die anders ofwel onbetaald worden gedaan door de gefrustreerde, vermoeide ondernemer, ofwel gedaan Orden aan eigenlijk een te grote kost, nl. de full cost tijd van de huidige medewerker. Dat vraagt wel wat investering en professionalisering van de ondernemer, en ondersteuning door het sociaal secretariaat. Maar samen kunnen we grote maatschappelijke winst boeken, mensen waardig werk geven, wit weken en oh ja ook nog de burger leren betalen voor de arbeid van de medeburger! Daarom stond in mijn businessplan ook het maatwerkdecreet als noodzakelijke voorwaarde voor het slagen van onze coöperatie in de sociale economie. Ik hoop vurig dat er in 2015 eindelijk een doorbraak komt...