donderdag 31 januari 2013

De marketing van het goede leven

Wat is het goede leven? En is dat hetzelfde als geluk? Beide krijgen  algauw een subjectieve, gevoelsmatige individuele invulling. Maar er valt ook iets te zeggen voor de invulling van het goede leven als concept. Nu godsdienst en ideologieën het loodje gelegd hebben, is er behoefte aan nieuwe ‘grote verhalen’ , aan toekomstbeelden om ons naar te richten. Daarom is de verbeelding van het goede leven sterk aan te bevelen. Bovendien kunnen we vast stellen  dat de huidige patronen van productie en consumptie niet ‘het goede leven’ opleveren. En dat de zoektocht naar geluk loopt over het pad van verlangen en kortstondige bevrediging. Maar wat is dan wel ‘het goede leven’ en hoe kan je ‘geluksgevoel’ aanhouden?  Kunnen we het concept ontwikkelen en in de markt zetten?

Als ‘marketeer van ideeën’ , wat een onderdeel is van not for profit marketing,  denk ik inderdaad dat het mogelijk is ‘het goede leven’ als propositie in de markt te zetten als positief alternatief voor de dolgedraaide productie en consumptie machine en de doldraaiende mallemolen van de menselijke samenleving.

Dat hoogopgeleiden aan de ratrace ontstnappen door voor andere tweeverdieners meubels te maken en fietsen te ontwerpen is een uiting van die zoektocht naar het goede leven. En ook de media doen een duit in het zakje door lieve meisjes met twee master diploma’s op zak te laten demonstreren hoe leuk upcycling is.

Maar daar heeft ‘het volk’ weinig aan. Zij halen immers hun identiteit niet uit het vorm geven van het eigen leven, maar als onderdeel van een sociale en economische groep die identificieerbaar is door het voortdurend consumeren van zogenaamde statusgoederen binnen die groep.

Ik ben ervan overtuigd dat we toch het concept van ‘het goede leven’  kunnen vertalen naar ‘leitbilder’ voor grote groepen (en subgroepen) in onze samenleving. 

Daarom moeten de eco-bobo’s bereid zijn niet alleen zichzelf te redden in al hun zelfredzaamheid , maar dat ook te gunnen aan die andere groepen in de samenleving. Te beginnen met de overwerkte en hyperconsumerende arbeider/bediende die teleurgesteld is het systeem omdat geluk zich toch niet toont in de vorm van de aangekochte goederen. En ik wed dat die mensen ‘rechts’ stemmen….